RAS - Oeverzwaluw
Het Retrapping Adults for Survival (RAS)-project is een ringproject van het Vogeltrekstation dat zich specifiek richt op het meten van de overleving van Nederlandse broedvogels. Het doel van het project is om zoveel mogelijk terugvangsten of waarnemingen van één vogelsoort binnen een vastomlijnd gebied te verzamelen, die het mogelijk maken om de overlevingskansen van een reeks van vogels te volgen. Ten behoeve van dit project wordt sinds 2013 de Oeverzwaluw in de Kamperhoek gevolgd.
Hoewel er vanaf 2005 reeds Oeverzwaluwen in deze kolonie worden geringd, ligt het accent vanaf 2013 dus meer op de volwassen vogels.
In het afgesloten deel van de Kamperhoek ligt een eilandje in de Pleisterplas waar aanvankelijk in de harde grond een aantal, circa 20 cm diepe, gaten werden gegraven voor de Oeverzwaluw. Later is daar een kunstwand voor Oeverzwaluwen aangelegd, met daarin 45 gaten.
|
---|
De laatste jaren wordt deze kunstwand echter nog maar ten dele gebruikt, omdat in de loop van de jaren de grond achter een deel van de kunstwand is verdwenen, waardoor een aantal gaten niet meer functioneel zijn. Daarnaast worden de gaten ook niet meer jaarlijks leeggehaald en opgevuld met grond, waardoor ze hun aantrekkelijkheid hebben verloren. Maar wellicht de belangrijkste reden waarom deze kunstwand niet meer zo intensief wordt gebruikt is omdat in 2002 langs de Visvijverweg op circa 700 meter afstand een grote bult grond is neergelegd, welke de Oeverzwaluwen veel aantrekkelijker vinden om in te broeden. Deze "natuurlijke" grondwal wordt door de beheerder van het terrein (Flevolandschap) jaarlijks met een graafmachine afgestoken waardoor de Oeverzwaluwen ieder voorjaar weer een schone wand aantreffen waarin zij nieuwe nesten kunnen graven.
2021
Net als vorig jaar is de grondwal rond 12 maart weer in orde gemaakt. De eerste Oeverzwaluwen lieten zich op 26 maart weerin de Kamperhoek zien en bleven langdurig in het gebied rondvliegen.
In april kwam de wind regelmatig en langdurig uit noord tot west en stond daarmee vol op de noordwand. Hoewel de oostwand redelijk netjes was afgestoken kwam de vestiging dit jaar daar moeizaam op gang. De vele ondergrondse uitlopers van het riet, welke met name in het bovenste deel van de wand zaten, liepen al vroeg in het seizoen uit. Waarschijnlijk was dit ook een van de redenen waardoor er dit jaar beduidend minder Oeverzwaluwen in de kolonie nestelden. Ook kwamen de Oeverzwaluwen nauwelijks tot niet tot een tweede legsel dit jaar, waardoor de kolonie al vroeg in het seizoen een verlaten indruk gaf. De nesten waren door de zware begroeiing nauwelijks telbaar. Een voorzichtige schatting leverde een schamele 150 bewoonde nesten op. De noordwand bleef die jaar geheel onbewoond.
Op 12 mei vond de eerste ringsessie plaats. In totaal werden er 50 volwassen vogels geringd en 6 exemplaren teruggevangen. Niet eerder werden er in deze kolonie tijdens een eerste ronde zo weinig gevangen. Van de zes teruggevangen vogels kwamen er drie uit 2020, twee uit 2019 en één uit 2018.
Tijdens de tweede ringsessie op 02 juni leek het wat beter, maar was de vanginspanning ook een stuk hoger. In totaal werden er 113 van een ring voorzien en werden er 26 teruggevangen. Van de terugvangsten waren er echter 15 van de eerste ringsessie van dit jaar. Van de overige elf kwamen er zeven uit 2020, twee uit 2018 en twee uit 2017.
Tijdens de derde en laatste ringsessie van het seizoen gaf de kolonie geen hoopvolle indruk op een goede vangst. Hoewel er wel een klein groepje Oeverzwaluwen rondvloog, bestond de gehele vangst uit 1 ongeringde en 1 geringde Oeverzwaluw. De geringde vogel was hier vorig jaar als jong geringd.
2020
Op 12 maart is de grondwal weer in orde gemaakt voor het nieuwe broedseizoen. Hoewel het wat betreft het weer nog niet echt voorjaar is, vloog de eerste Oeverzwaluw op 15 maart al over de Kamperhoek. Aan de noordoostzijde is van de grondwal helaas een flink gedeelte afgekalfd, waardoor dat gedeelte voor de Oeverzwaluwen dit jaar niet geschikt zal zijn om nestholen te graven. De oostzijde ziet er gelukkig erg goed uit.
Op 14 mei vond de eerste ringsessie van dit jaar plaats. Er werden er 150 geringd en 38 teruggevangen. Bij slechts één vrouwtje kon aan de hand van het stadium van de broedplek met zekerheid worden vastgesteld dat zij inmiddels kleine jongen moest hebben. Slechts enkele vrouwtjes bleken nog te moeten beginnen met het leggen van eieren, maar de meeste vrouwtjes zitten nog stevig op de eieren.
Na de zware predatie van de kolonie door een Boommarter in 2019, was het niet verrassend dat de helft van de teruggevangen exemplaren elders geringd bleken te zijn. Blijkbaar heeft deze negatieve ervaring grote invloed op de keuze waar ze volgend jaar gaan broeden. Zo waren er alleen al 17 exemplaren afkomstig van de kolonie bij de Betonfabriek in Lelystad, één uit Zeewolde en één uit Luttelgeest.
Op 20 mei tweede ringsessie uitgevoerd. Er waren (zoals verwacht) nog steeds geen jongen. In totaal werden er 100 geringd en 59 teruggevangen. Onder deze terugvangsten waren 31 exemplaren welke hier vorige week zijn geringd en nog zes exemplaren welke ook vorige week zijn teruggevangen. Er waren dus nog 22 nieuwe terugvangsten. Hiermee komt het totaal voor dit jaar tot dusver op zestig verschillende individuen die zijn teruggevangen.
Opvallend was dat er een aantal vrouwtjes waren die gezien de broedvlek nog moeten beginnen met de eileg. Deze vogels zijn dus blijkbaar pas aangekomen. Dit geeft aan dat het aantal broedpaar dus ook niet te vroeg in het seizoen geteld moet worden.
Op 01 juni derde ringsessie uitgevoerd. Zoals verwacht werden er nog geen uitgevlogen jongen waargenomen. Bij een deel van de vrouwtjes begint de broedvlek droger te worden, dus het zal niet lang meer duren voordat de eerste jongen verschijnen. Aan de oostzijde van de kolonie loopt het riet op de wand al flink uit, waardoor een deel van de nesten minder goed zichtbaar worden.
In totaal werden er 82 geringd en 88 teruggevangen. Onder de terugvangsten waren 56 individuen welke in de eerste of tweede ringsessie van dit jaar zijn geringd. Dertig exemplaren zijn hier in voorgaande jaren of elders in Nederland geringd. Verder waren er nog twee buitenlandse terugvangsten. Van de vogel met een Duitse ring zijn de ringgegevens nog niet bekend. De vogel met een Franse ring is op 8 augustus 2014 bij Hiers-Brouage (vlakbij de Golf van Biskaje) als na 1kj geringd. Dezelfde Franse vogel werd door ons op 10 mei 2019 ook reeds teruggevangen, doch niet nabij de kolonie maar ´s avonds elders in de Kamperhoek. Met deze ringsessie zijn negentien nieuwe individuen in de kolonie vastgesteld. Het totaal voor dit jaar komt daar nu mee op 79.
Op 18 juni vierde ringsessie uitgevoerd. Van de in totaal 142 vogels die werden geringd waren het vooral pas uitgevlogen jongen (115 ex.). Daarnaast werden er nog 38 volwassen vogels teruggevangen. Het grootste deel daarvan (27 ex.) waren tijdens één van de eerste drie ringsessies van dit jaar geringd. Onder de overige negen vogels bevonden zich ditmaal helaas geen buitenlandse ringen.
Met 375 bewoonde nesten (165 oostwand en 210 noordwand) is de kolonie dit jaar wederom in omvang afgenomen (-16%). De zware predatie door een boommarter in 2019 heeft dus duidelijk effect op de omvang van de kolonie.
2019
Half maart is de grondwal afgegraven, en ook dit jaar mooi steil. De noordwand zelfs nog beter dan vorig jaar. Opnieuw was er aan de linker zijde van de oostwand een stukje ingestort, maar de omvang daarvan mag geen naam hebben. Eind maart hingen de eerste zwaluwen al voor de rechterzijde van de oostwand en begin april begonnen ze daar al voorzichtig te graven. Op 8 april waren daar al zo´n stuk of dertig gaten zichtbaar. Op 14 april vlogen daar reeds ruim honderd Oeverzwaluwen rond. Hoewel ze in de periode daarna daar druk aan het graven waren, nam het aantal gaten maar langzaam toe. Het grootste deel van de oostwand blijft dit jaar ondanks dat het zo mooi is afgegraven zelfs onbezet. In de loop van april zijn de Oeverzwaluwen ook beginnen te graven aan de noordwand. Deze wand lijkt dit jaar nu het belangrijkste deel van de kolonie te zijn. Tot grote verrassing zijn er dit jaar ook enkele tientallen nesten aan de westwand. Hoewel de gehele kolonie nog niet precies is geteld, is de kolonie ten opzichte van voorgaande jaren opnieuw in omvang afgenomen.
Op 22 mei heeft de eerste ringsessie plaatsgevonden. In totaal werden 168 volwassen Oeverzwaluwen geringd, 95 mannen en 73 vrouwen. De meeste vrouwen zaten volgens het stadium waarin de broedvlek verkeerde nog op de eieren, hetgeen gezien de tijd van het seizoen niet verwonderlijk is.
Daarnaast werden er nog 49 teruggevangen (23 man, 26 vrouw). 44 daarvan zijn hier in voorgaande jaren geringd, de overige vijf elders in Nederland. Het oudste exemplaar is in de Kamperhoek in 2014 als volwassen vogel geringd. Na het uitblijven van verdere waarnemingen, dook deze vogel in 2016 op in een kolonie aan de zuidkant van Lelystad. In 2017 keerde hij weer terug in de Kamperhoek, om vervolgens tot vandaag uit beeld te blijven. Van de overige vogels kwamen er twee uit 2015, drie uit 2016, vijf uit 2017 en 37 uit 2018. Van één vogel is tot op heden nog niet bekend waar en wanneer deze geringd is.
Op 06 juni vond de tweede ringsessie plaats. De kolonie aan de oostwand was inmiddels al voor een groot deel verlaten. De meeste vogels werden aan de noordwand gevangen en een klein aantal aan de westwand. Het aantal dat geringd kon worden was beperkt (slechts 49 ex.), het aantal terugvangsten was daarentegen fors (71 ex). Onder de terugvangsten waren er 51 ex. van de eerste ringsessie van dit jaar.
Vanwege de weersomstandigheden en tijdgebrek kon de derde ringsessie pas op 26 juni worden uitgevoerd. Deze ringsessie was bedoeld om jongen te gaan ringen. Groot was de verbazing toen bij aankomst de kolonie zo goed als verlaten bleek. Ondanks de zichtbare afwezigheid van Oeverzwaluwen werd er toch een netje opgezet en dit leverde de enige (terug)vangst van deze sessie op. Het betrof een mannetje dat hier op 22 mei was geringd. Op de grond onder de nestwand troffen we nog één levende maar zeer verzwakte jonge Oeverzwaluw aan welke volledig onder volgezogen teken zat.
Bij nadere inspectie van de kolonie zagen we tal van sporen van uitgehaalde nesten aan, vrijwel zeker veroorzaakt door een boommarter. Hoewel de meeste gaten nog in tact waren, is de verstoring blijkbaar dermate groot geweest dat de Oeverzwaluwen de kolonie vroegtijdig massaal verlaten hebben.
Met 447 bewoonde nesten (147 oostwand, 257 noordwand en 53 westwand) was de kolonie dit jaar voor het derde jaar op rij in omvang gedaald (-11%). We zijn zeer benieuwd of de Oeverzwaluwen door de nare ervaringen van dit jaar volgend jaar hier weer massaal gaan broeden.
2018
Net als vorig jaar werd de grondwal rond half maart afgegraven. Zowel de oost- als de noordwand waren dit keer mooi steil. Hoewel er na circa twee weken aan de linker zijde van de oostwand een klein gedeelte was ingestort bleven de wanden gedurende rest van het seizoen gelukkig intact.
Integenstelling tot vorig jaar verschenen de eerste Oeverzwaluwen op de telpost een week later (30 maart). In de twee daarop volgende weken verbleven er steeds meer Oeverzwaluwen boven de Pleisterplas, maar werd er door hen nog niet gegraven.
Op 14 april was er op het middendeel van de oostwand het begin van 26 gaten zichtbaar. Alle vooruitzichten leken in die periode goed voor een forse kolonie dit jaar. Zowel de weersomstandigheden (met name de windrichting en windkracht) als de conditie van de wanden waren zeer gunstig. De gaten zaten dicht op elkaar en in de tien dagen daarna werden de gaten zichtbaar verder uitgegraven en verdubbelde het aantal.
Daarna groeide de kolonie dit jaar echter langzaam. Gewoonlijk ontstaan er spoedig verschillende centra van waaruit de kolonie verder groeit. Dit jaar geschiedde de uitbreiding geheel vanuit de eerste vestigingen, waarbij de uitbreiding vooral richting het oosten en in minder mate naar het westen plaatsvond. Alle nesten zaten dit jaar alleen op de oostwand en bleef de noordwand voor het eerst leeg. Duidelijk is ook dat de graafactiviteiten van Oeverzwaluwen de groei van planten afremt. In de loop van het broedseizoen ontwikkelde de vegetatie zicht op de noordwand dan ook sterker dan op de oostwand.
Ondanks de iets latere start in het vroege voorjaar leek het een gewoon broedseizoen te worden. Echter rond eind april - begin mei bleek spoedig dat er iets aan de hand was. De aankomst van de hoofdmoot van de Oeverzwaluwen in Nederland was duidelijk vertraagd. Dit was niet alleen goed zichtbaar in de getelde aantallen op de trektelposten, maar vertaalde zich ook in de graafactiviteiten in de kolonie. De meeste Oeverzwaluwen kwamen pas ruim twee weken later door. Het slechte weer tijdens de voorjaarstrek in Zuid-Europa is hier wellicht de oorzaak van. In ieder geval bleef het aantal bezette nestgaten in de kolonie dit jaar steken op 503. Een afname van 31% ten opzichte van 2017 en een afname van ruim 27% over de laatste tien jaar. Ook de betonnen kunstwand in de Pleisterplas bleef dit jaar ongebruikt.
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 17 juni 2018 - hier is goed te zien het deel van de wand dat is ingestort en daarmee ongeschikt is geworden. |
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 17 juni 2018 - onder de gatenkaas zijn de talloze krabsporen van grondpredatoren goed zichtbaar. Oeverzwaluwen weten precies tot hoe laag ze hun nesten kunnen graven. |
Op 16 mei heeft de eerste ringsessie plaatsgevonden. In totaal werden 68 Oeverzwaluwen geringd en werden er 15 teruggevangen.
Op 20 juni vond de tweede ringsessie plaats. In totaal werden 64 volwassen en 64 jonge Oeverzwaluwen geringd en werden er 25 (uiteraard allen adult) teruggevangen. Onder de terugvangsten was één exemplaar met een Belgische ring. Deze Oeverzwaluw is als 1e kj vogel in augustus 2015 te Herentals in België geringd en hebben wij hier vorig jaar ook reeds teruggevangen.
Op 27 juni vond de derde ringsessie plaats. In totaal werden 65 volwassen en 77 jonge Oeverzwaluwen geringd en werden er 70 teruggevangen. Onder de terugvangsten waren vijf jonge vogels die tijdens de vorige ringsessie waren geringd. Behalve dezelfde vogel met de Belgische ring werd er ook één met een Franse ring gevangen. Ook deze vogel werd als 1e kj in augustus 2015 gevangen, maar dan in het gebied Etang de la Horre nabij Lentilles in het noorden van Frankrijk.
Op 11 juli vond de vierde en laatste ringsessie van dit jaar plaats. In totaal werden 28 volwassen en slechts 5 jonge Oeverzwaluwen geringd en onder de 38 terugvangsten waren geen jongen. Wel werd de Franse vogel opnieuw teruggevangen. Aan de broedvlek te zien zat zij nog op de eieren of had ze nog hele kleine jongen.
In totaal werden er 371 Oeverzwaluwen geringd, hiervan waren er 225 volwassen en 146 jong. De in totaal 148 terugvangsten hadden betrekking op 129 verschillende exemplaren, maar hier zitten ook alle exemplaren die hier eerder dit jaar werden geringd onder. Na aftrek van al deze vangsten bijven er 82 unieke exemplaren over.
2017
Op 14 maart is de grondwal afgegraven en deze ligt er nu mooi strak bij. Door de hoge waterstand staat het water aan de oostrand tegen de grondwal. Tot op heden (19 maart) is er nog geen grond ingestort.
Op 23 maart werden de eerste twee Oeverzwaluwen van het voorjaar trekkend over de telpost waargenomen. Op 27 maart verbleven zeven exemplaren boven de pleisterplas, en op de 28ste 25 exemplaren. In de dagen daarna nemen de aantallen geleidelijk toe. Eind maart is er een stuk van enkele meters rechts van het midden op de lange wand ingestort en ook op de uiterste hoek is in de dagen daarna een gedeelte ingestort. Op 8 april zitten de Oeverzwaluwen (vele tientallen) voor het eerst tegen de wand en zijn er kleine graafsporen zichtbaar, maar is er nog geen enkel duidelijk gat. De rechterzijde van de lange wand is net als vorig jaar duidelijk favoriet. Gelukkig zijn er de afgelopen periode geen nieuwe stukken grond weggezakt en blijft de schade aan de kolonie vooralsnog beperkt.
Op 15 april vlogen er enkele tientallen Oeverzwaluwen boven de pleisterplas, maar is er op de wand nog steeds geen duidelijke graafactiviteit te zien. Vermoedelijk speelt de aanhoudende harde west tot noordwestelijke wind deze maand een belangrijke rol bij de vestiging van de kolonie.
Op 16 april zijn er vijf ondiepe gaten aan de oostzijde te zien, maar verder is het opvallend rustig. Zeker gezien het feit dat er vanmorgen vele tientallen tot meer dan honderd Oevertjes boven de Kamperhoek vlogen.
Ook in de tweede helft van april stond er vrijwel dagelijks een harde wind uit west tot noordwest, met als gevolg dat de Oeverzwaluwen nog maar nauwelijks in de wand hebben gegraven. Begin mei draaide de wind gelukkig een beetje naar een andere richting waardoor het aantal gaten snel toenam. Door de vertraging zijn ze dit jaar gemiddeld twee weken later met hun nestbouw. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kolonie dit jaar aanzienlijk kleiner is dan in voorgaande jaren.
Aan de oostwand waar doorgaans de meeste nesten worden gebouwd zijn er dit jaar alleen nesten nabij de hoek. Het grootste deel van de oostwand wordt dit jaar dus niet gebruikt. Gelukkig is de situatie aan de noordwand een stuk beter en zijn er inmiddels enkele honderden gaten.
Op 24 mei heeft de eerste ringsessie plaatsgevonden. In totaal werden 129 volwassen Oeverzwaluwen geringd en werden er 47 teruggevangen. De laatste twee exemplaren droegen een Franse ring. De meeste vrouwtjes Oeverzwaluwen hadden een duidelijke afgetekende broedvlek of waren nog bezig met eieren te leggen.
Bij het controleren van de broedvlek van één van de teruggevangen vrouwtjes waren op de buik kleine witte vlekjes zichtbaar. Bij nauwkeuriger kijken bleken dit geen donsveertjes te zijn, maar heuse schimmel. De vogel zag er verder goed uit en is dan ook gewoon weer losgelaten. Wellicht dat deze vogel in de toekomst nog eens terug wordt gevangen en we er achter kunnen komen of het hebben van schimmel op de buik nadelig effect heeft.
![]() |
||||
![]() |
![]() |
|||
Oeverzwaluw - Riparia riparia - vrouw na 1kj - schimmel |
Op 07 juni heeft de tweede ringsessie plaatsgevonden. In totaal werden 126 volwassen Oeverzwaluwen en het eerste uitgevlogen jong van het jaar geringd. Daarnaast werden er in totaal 67 Oeverzwaluwen teruggevangen, waaronder 25 exemplaren die tijdens de eerste ringsessie waren geringd en vijf exemplaren welke dit jaar nu voor de tweede keer zijn teruggevangen. Een van de terugvangsten droeg een Belgische ring. Samen met de terugvangsten van vorige keer zijn er dit jaar inmiddels 109 verschillende individuen van voorgaande jaren teruggevangen.
Op 18 juni zijn de nestgaten geteld. In de noordwand zaten 358 bewoonde nesten en op de kop van de oostwand 182 nesten, In totaal dus 540 nesten. Dit is dus een halvering van het aantal nesten van voorgaande jaren. Als oorzaak voor dit veel lagere aantal houden we de ongunstige wind van april tot begin mei als belangrijkste veroorzaker aan. Als de eerste Oeverzwaluwen die aankomen namelijk niet beginnen met graven, worden de later doortrekkende exemplaren ook niet verleid tot het aansluiten bij de kolonie. Vooral in de hoofddoortrekperiode zijn dus veel Oeverzwaluwen snel doorgetrokken.
Verrassend is echter dat veel Oeverzwaluwen na 07 juni nieuwe nesten hebben gebouwd op het nog onbezette deel van de oostwand. Aanvankelijk her en der een gaatje, maar inmiddels al opgelopen tot 191 nesten. Mogelijk betreffen het Oeverzwaluwen die zijn overgegaan tot het maken van een vervangend legsel of een tweede legsel, maar het is ook niet uit te sluiten dat het late aankomers betreffen. Het totaal van de kolonie voor dit jaar wordt daarom op 731 paar gehouden. Dit is nog altijd een kwart minder dan voorgaande jaren.
Op 29 juni heeft de derde ringsessie plaatsgevonden. In totaal werden 152 Oeverzwaluwen geringd, waarvan 86 volwassen en 66 juveniel. Daarnaast werden er in totaal 77 Oeverzwaluwen teruggevangen, waaronder 26 exemplaren die tijdens de voorgaande twee ringsessies van dit jaar zijn geringd. Op het ringersnet circuleerde onlangs een berichtje over veel teken bij Oeverzwaluwen dit jaar. Op zich niet iets heel bijzonders, want regelmatig worden bij het ringen van Oeverzwaluwen exemplaren aangetroffen met één of enkele teken. Echter één van de eerste vogels die vandaag uit het net werd gehaald zat helemaal onder volgezogen teken. De Oeverzwaluw leek bijna meer teek dan vogel. Vanwege de ernstige toestand waarin deze vogel zich bevond hebben we besloten om hem niet te ringen, maar gelijk weer los te laten. Na dit exemplaar vingen we nog meerdere exemplaren met veel teken, maar gelukkig iets minder vol. Van deze exemplaren hebben we wel de teken verwijderd alvorens ze na het ringen los te laten. Behalve op de kruin en in de nek zaten er ook veel teken op de keel en zelfs op de vleugels. We zijn zeer benieuwd of deze exemplaren in de toekomst teruggemeld zullen worden of dat ze nu al te veel verzwakt zijn om de komende periode te overleven.
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - 1kj met Oeverzwaluwteken - Pholeoixodes lividus - op 29 juni 2017 |
Op 12 juli heeft de vierde ringsessie plaatsgevonden. In totaal werden 84 Oeverzwaluwen geringd, waarvan 45 volwassen en 39 juveniel. Daarnaast werden er in totaal 51 Oeverzwaluwen teruggevangen. Onder de terugvangsten bevond zich één juveniel welke op 19 juni van dit jaar in de kolonie bij Lelystad is geringd. Opvallend was verder dat onder de juveniele vogels enkele exemplaren waren met al wat onderhuids vet. Eén had zelfs al vetgraad 3 op de schaal van Busse (0-5).
Tot op heden zijn dit jaar 208 verschillende exemplaren in de kolonie teruggevangen. 73 exemplaren betreffen teruggevangen vogels welke hier dit jaar door ons zijn geringd. Daarnaast drie exemplaren met een Belgische ring en twee met een Franse ring. De overige 130 exemplaren betreffen vogels welke hier in voorgaande jaren zijn geringd of exemplaren welke op enige moment elders in ons land zijn geringd.
2016
Net als vorig jaar werd in de eerste week van maart de grondwal afgegraven. Helaas is het oostelijk deel van de oostzijde over ruim een derde van de lengte direct na de afgraving ingestort en daardoor is dat deel volledig ongeschikt geraakt voor de Oeverzwaluw. Op de 20 maart is een klein deel van het ingestorte deel al met een schop wat bijgewerkt, maar er moet nog flink wat grond worden weggestoken om dat gedeelte alsnog geschikt te maken. Op 26 maart zijn de eerste Oeverzwaluwen al weer foeragerend boven de pleisterplas in de Kamperhoek waargenomen.
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 12 maart 2016 |
Op 03 april zijn de Oeverzwaluwen begonnen met het graven van de eerste gangen in het midden aan de oostzijde. In totaal zijn er negen duidelijke beginnen en daarnaast zijn er rechts van het midden nog enkele tientallen eerste aanzetjes tot graven waarneembaar.
Rond 14 april is het ingestorte deel aan de oostzijde na contact met, en snel handelen van de beheerder, met een graafmachine bijgewerkt, waardoor de Oeverzwaluwen dit deel van de wand nu ook kunnen benutten.
Op 16 april zaten aan de oostzijde circa 250 gaten, aan de noordzijde echter nog geen.
Op 18 april hadden de Oeverzwaluwen het nieuw afgestoken gedeelte ontdekt en waren er al enkele gaten aan de rechterkant van het gedeelte. Drie dagen later zaten hier reeds een dertigtal gaten. Het bijwerken van de wand werpt dus zijn vruchten af.
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - noordzijde kolonie op 23 april 2016 |
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 23 april 2016 |
Op 23 april bleek dat de eerste Oeverzwaluwen ook al aan de noordzijde zijn begonnen met graven. Op dit moment zitten hier zo´n 75 diepere gaten plus een aantal beginnende of onduidelijke gaten. Op het nieuw afgestoken stuk aan de oostzijde zijn inmiddels circa 55 paartjes begonnen met het uitgraven van een nest. De meeste van deze gaten zitten aan de rechterkant en in de bovenrand. Ook zijn er de eerste sporen van graafactiviteiten te zien op het grote middenstuk (circa 20 gaten). Aan de rechterkant van de oostzijde zitten een groot aantal gaten, waarvan ongeveer 350 meer serieuze gaten. Daarmee komt het voorlopige totaal uit op ongeveer 500 paar Oeverzwaluwen. Daar het nog vroeg in het seizoen is, zullen de komende weken er waarschijnlijk nog heel veel bij komen.
Maar ook de kunstwand in de Pleisterplas lijkt dit jaar goed bezet te zijn. Het merendeel van de 45 gaten lijkt bewoond te gaan worden.
Op 12 mei heeft de eerste vangsessie plaatsgevonden. In totaal zijn er 149 Oeverzwaluwen geringd en 23 teruggevangen, waaronder één met een Franse ring.
Eind mei lijkt de kolonie op maximale sterkte te zijn gekomen. De bezette gaten zijn geteld aan de hand van foto´s, welke gemaakt zijn op 29 mei.
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - noordzijde kolonie op 29 mei 2016 |
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 29 mei 2016 |
Aan de noordzijde zijn 175 bewoonde gaten. Met name aan de rechterkant zijn veel gaten vroegtijdig buiten gebruik geraakt.
Aan de oostzijde is de kolonie sinds 23 april fors uitgebreid. Op het gedeelte nabij de weg dat rond half april opnieuw is afgestoken, hebben circa 165 paartjes hun nest gemaakt. De relatief lage dichtheid is met name te wijten aan de instabiliteit van het grondlichaam, waardoor het nauwelijks mogelijk is om de wand strak af te steken zonder dat deze weer gelijk instort. Ook in 2015 was de grond hier na het afgraven al snel ingestort. Op het middengedeelte is de nestdichtheid aanzienlijk hoger en is het meest rechter gedeelte van de oostzijde is de nestdichtheid het hoogst. In de bovenrand lijken veel gaten in de loop van het broedseizoen ongeschikt geraakt en zien er ingevallen uit. Desondanks zijn hier de laatste weken toch veel nesten bijgekomen.
Het totaal van de oostwand komt uit op 915 bezette nesten. Samen met de 175 nesten van de noordzijde komt de kolonie daarmee op een totaal van 1.090 nesten. Als over een tijdje de gegevens van de andere Oeverzwaluwkolonies in Nederland bekend zijn, zullen we weten of het wederom de grootste kolonie van Nederland was.
Op 1 juni heeft de tweede vangsessie plaatsgevonden. In totaal zijn er 128 Oeverzwaluwen geringd en 33 teruggevangen. Onder de terugvangsten was er wederom één Oeverzwaluw (maar een andere dan vorige keer) met een Franse ring.
Op 15 juni heeft derde vangsessie plaatsgevonden. In totaal zijn er 116 Oeverzwaluwen geringd en 28 teruggevangen. Vandaag werden ook de eerste jongen (31 stuks) van het seizoen gevangen. Ditmaal werd er geen Oeverzwaluw met een buitenlandse ring teruggevangen, maar wel een Oeverzwaluw welke vorig jaar door ons op 04 juni is geringd als vrouw na 1e kalenderjaar en twee maanden later (17 augustus) in Noord-Frankrijk is teruggevangen. En nu heeft zij dus wederom de Kamperhoek als broedplaats uitgekozen.
Op 30 juni heeft vierde vangsessie plaatsgevonden. In totaal zijn er 113 Oeverzwaluwen geringd en 42 teruggevangen. Onder de nieuw geringde vogels bevonden zich 69 juvenielen, onder de teruggevangen Oeverzwaluwen daarentegen geen enkele. Op zich niet heel verwonderlijk gezien het geringde aantal juvenielen dat dit jaar in deze kolonie tot nu toe geringd is. Frappant was het verschil in geslachtsverhouding tussen de nieuw geringde Oeverzwaluwen (vrijwel gelijk) en de teruggevangen Oeverzwaluwen (overwegend vrouwtjes).
Op 14 juli heeft vijfde vangsessie plaatsgevonden. In totaal zijn er 100 Oeverzwaluwen geringd en 59 teruggevangen.
![]() |
![]() |
|
---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - terugmeldingen 2010-2016 |
2015
Zoals volgens planning is in de eerste week van maart de noord- en oostzijde van de grondwal afgegraven. Op 17 maart werd boven de Pleisterpas de eerste Oeverzwaluw gezien. Anderhalve week later, 26 maart, werden op de trektelpost twee trekkende Oeverzwaluwen genoteerd, en vanaf begin april verbleven er al tientallen exemplaren in het gebied. Op 10 april werden de eerste drie gaten aan de oostzijde vastgesteld, en vier dagen later waren dat er al 45. Boven de plas vlogen toen ook al een honderdtal Oeverzwaluwen rond.
Op 19 april zat aan de oostzijde circa 150 gaten, maar was ook een deel van de wand ingestort. Gelukkig zijn daarbij geen nesten verloren gegaan, maar is wel een deel van de wand ongeschikt geworden. Op 25 april was dit opgelopen tot boven de 200.
Daar grote delen van de lange wand door slecht afgraven voor de Oeverzwaluwen weinig geschikt bleek om nesten te maken, is in de vroege ochtend van de 26ste een deel handmatig met de schop bijgewerkt.
Op 12 mei zijn tijdens de eerste ringactie van het seizoen 93 Oeverzwaluwen geringd en zijn er 26 teruggevangen (alle met Nederlandse ring). Van 118 van de 119 vogels werd het geslacht bepaald. Hiervan waren 57 man en 61 vrouw. Van alle vrouwen werd ook de ontwikkeling van de broedvlek genoteerd. Bij ruim twintig procent was de broedvlek duidelijk begrensd, maar waren zij nog niet met de eileg begonnen. Bij driekwart was de broedvlek een stuk verder ontwikkeld, maar waren zij pas net begonnen met de eileg. Bij slechts twee vrouwtjes was aan de broedvlek te zien dat zij al geruime tijd aan het broeden waren.
Op 23 mei is de kolonie geteld op bewoonde nesten. Aan de noordzijde was een iets groter aandeel van de gaten bewoond dan aan de oostzijde. Aan de oostzijde was met name een deel van de eerste nestengaten in de bovenrand in ongebruik geraakt en deels ook ingestort. Hoewel op dit moment de meeste Oeverzwaluwen in de kolonie zijn gevestigd, kunnen ook de komende weken nog nieuwe Oeverzwaluwen zich vestigen. Het totaal van 928 bewoonde nesten is daarom ook een voorlopige eindstand.
De kolonie is dit jaar dus ongeveer 10% kleiner dan in 2014. Daarmee is het nog steeds een hele grote kolonie, maar had wellicht nog groter kunnen zijn als de wand aan de oostzijde iets beter was afgegraven. Natuurlijk kunnen stukken wand in de loop van het seizoen instorten en daarmee minder geschikt worden, maar op circa één derde deel van die zijde stond het losse zand tot bijna aan de bovenrand waardoor het voor grondpredatoren wel heel toegankelijk wordt. De Oeverzwaluwen gaan daar dus ook geen nesten graven.
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - noordzijde kolonie op 23 mei 2015 |
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 23 mei 2015 |
Op 04 juni zijn tijdens de tweede ringactie van het seizoen 104 Oeverzwaluwen geringd en zijn er 28 teruggevangen (alle met Nederlandse ring). Van 131 van de 132 vogels werd het geslacht bepaald. Opvallend was het grotere aandeel vrouwen. Bij de nieuw geringde vogels 57% en bij de terugvangsten zelfs 70%.
Onder de 28 terugvangsten waren 5 vogels welke tijdens de eerste ringactie dit jaar zijn geringd.
Alle gevangen vogels waren volwassen, jongen zijn ook niet gezien. Aan de hand van de ontwikkeling van de broedvlek bij de vrouwtjes kon worden vastgesteld dat 80% van hen nog op eieren zaten en dat de overige vrouwtjes kleine jongen hebben.
Op 24 juni zijn tijdens de derde ringactie van het seizoen 139 Oeverzwaluwen geringd en zijn er 31 teruggevangen (allen adult en met Nederlandse ring). Zoals verwacht vlogen er nu ook jongen. Van de 139 nieuw geringde Oeverzwaluwen waren 89 juveniel en 50 adult. Net als bij de vorige twee vangacties werden er iets meer vrouwtjes (55%) dan mannetjes gevangen. Bij de helft van het aantal vrouwtjes was het zwellingsvocht van de broedvlek bijna verdwenen en bij een flink deel van de andere helft was de broedvlek nog geheel gezwollen.
Op 22 juli vond de vierde en laatste ringactie van het seizoen plaats. Hoewel een groot deel van de kolonie inmiddels is uitgevlogen en/of verlaten, waren er met name aan de noordzijde nog veel actieve broedvogels. Uit veel gaten klonk nog het gebedel van jongen. In totaal werden er 108 Oeverzwaluwen gevangen, waarvan 29 terugvangsten (allen adult). In tegenstelling tot de vorige vangactie werden vandaag weinig jongen gevangen, slechts zes. En ook dit keer werden veel meer vrouwtjes dan mannetjes gevangen. Van de ongeringde vogels bijna 60% en van de geringde vogels zelfs driekwart. Bij de meeste vogels was de broedvlek al goed ingedroogd of zelfs al gedeeltelijk weer dichtgegroeid, maar bij circa een derde van de vrouwtjes was het zwellingsvocht nog niet (geheel) verdwenen.
In het broedseizoen van 2015 zijn in totaal 532 Oeverzwaluwen gevangen, waarvan 415 (320 adult en 95 juveniel) van een ring werden voorzien. Van de op geslacht gebrachte vogels was 55% vrouw. Alle 117 terugvangsten (108 verschillende individuen) betroffen in Nederland geringde Oeverzwaluwen. 31 exemplaren werden eerder dit jaar door ons geringd, de overige 77 exemplaren betreffen Oeverzwaluwen welke in deze kolonie door ons in voorgaande jaren of op enig moment elders in Nederland zijn geringd. Anders dan vorig jaar werd er dit jaar jammer genoeg niet één buitenlandse vogel in de kolonie aangetroffen. Van de volwassen vogels in de kolonie is op basis van de terugvangsten nu 17,6% geringd. Anders gezegd er vlogen dit jaar in deze kolonie waarschijnlijk nog 245 Oeverzwaluwen met een ring rond welke wij helaas niet hebben kunnen controleren.
2014
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 04 mei 2014 |
![]() |
||||
---|---|---|---|---|
Oeverzwaluw - Riparia riparia - oostzijde kolonie op 14 juni 2014 |
In 2014 zijn 92 verschillende Nederlandse Oeverzwaluwen teruggevangen en drie buitenlandse. Van de buitenlandse kwamen er twee uit Frankrijk en één uit Spanje. De beide Franse vogels zijn in augustus 2013 als 1kj geringd te Etang de la Horre, Lentilles, Aube, Champagne-Ardenne op een afstand van 463 km. Gezien de late datum waarop beide Oeverzwaluwen op dezelfde locatie zijn geringd, betreft het aldaar waarschijnlijk een slaapplaats of doortrekgebied maar geen kolonie. Van de Spaanse vogel hebben we tot op heden nog geen informatie van de ringcentrale ontvangen.